Landelijke dag 23 september 2000 - Gestelde vragen dr. Kirchhof
Vraag:
Wat is het gevaar bij boezemfibrilleren?
Antwoord:
Op bepaalde plekken in het hart kunnen wervelingen ontstaat of kan bloed stil staan. Daardoor kunnen bloedstolsels ontstaan en deze kunnen weer leiden tot een beroerte of een embolie.
Vraag:
Wanneer geschiedt de eerste controle na het implanteren van een pacemaker?
Antwoord:
Dit vindt doorgaans plaats binnen één tot vier dagen na de operatie. Dat is afhankelijk van de situatie. Tijdens de operatie vindt reeds controle plaats van de werking van de pacemaker.
Vraag:
Een informatiekaartje in de vorm van een creditkaart voor pacemakerdragers.
Antwoord:
Er worden per jaar vele pacemakers geïmplanteerd. Het is bekend dat in een aantal gevallen de patiënt pas na een half jaar in het bezit werd gesteld van een informatiekaart. De registratie verloopt via Groningen en kost tijd. Elektronische registratie zal in de toekomst een verbetering geven.
Vraag:
Eén van de aanwezigen heeft na drie jaar nog steeds géén registratiekaartje ontvangen.
Antwoord:
Het advies wordt gegeven om, wanneer men geen kaartje heeft ontvangen, er één te vragen aan de cardioloog. De patiënt heeft recht op een registratiekaartje.
Eén der aanwezigen had ook nog geen registratiekaartje ontvangen en heeft dit opgelost door een voorlopig kaartje met informatie te vragen.
Vraag:
De eerste controle, wordt die gedaan door de cardioloog of door een technicus?
Antwoord:
Dat kan allebei. Bij ziekteproblemen zal de eerste controle plaatsvinden door de cardioloog of door diens assistent. Bij een technische controle zal deze plaatsvinden door de technicus. Werkt de pacemaker naar behoren? Geeft de pacemaker de gewenste prikkels? Is de signaalsterkte voldoende en is de drempel voor het geven van een prikkels goed ingesteld?
Vraag:
Bij het plaatsen van de draden voor de pacemaker ontstaat er bindweefsel in de hartkamers. Is dat gemakkelijk te controleren?
Antwoord:
Van buiten kun je dat niet zien. Indirect kunnen er echter tekenen op het hartfilmpje aanwezig zijn. Aan de hand van een echo is een bepaalde verstijving van de hartspierwand te zien. Er is echter niets te doen aan het ontstaan van bindweefsel.
Bindweefsel rondom de pacemakerdraad is niet van buitenaf zichtbaar.
Vraag:
In één jaar driemaal een pacemaker ingebracht. Ik heb nu vaak een dronken gevoel. Wat kan daar de oorzaak van zijn?
Antwoord:
Een pacemaker is technisch zeer goed ontwikkeld en kan de technische hartwerking voor 98% simuleren. Maar vaak zijn er meer oorzaken bij problemen. De pacemaker kan niet alle klachten verhelpen. Bij tachycardie en bradycardie werkt de pacemaker alleen tegen te langzame hartslagen. Interactie kan tot problemen leiden en dat zou een verklaring kunnen zijn.
Vraag:
Eén der aanwezigen had een tweedraads-pacemaker geïmplanteerd gekregen en vroeg of een Cardioversie kwaad kon voor wat betreft de aanhechting van de draden.
Antwoord:
Na zes weken zitten de draden goed vast. Wanneer er dan een Cardioversie plaatsvindt, is dat niet verontrustend. De Cardioversie kan nodig zijn in verband met boezemfibrilleren.